De sportwereld wordt steeds kleurrijker. Steeds meer Marokkanen, Surinamers, Turken en andere nieuwkomers weten de weg te vinden naar de vele sportverenigingen, -scholen en -instellingen die Europa telt. Toch valt op dat allochtonen nog altijd veel minder aan sport doen dan autochtonen en dat het verloop onder allochtone leden van sportclubs nogal groot is. In het sportkader zijn allochtonen al helemaal ondervertegenwoordigd. De integratie van allochtonen in de sport is, net als in de rest van de samenleving, geen vanzelfsprekende zaak. Door extra aandacht te schenken aan de inpassing van allochtonen in de sport kan de integratie worden bevorderd en kunnen problemen worden voorkomen. Om deze reden heeft AtlasBridges een themaprogramma gemaakt over sport en allochtonen.
Het laatste decennium is sport en bewegen als katalysator omarmd in beleidsthema’s zoals gezondheid, preventie, leefbaarheid, integratie en wijkaanpak. Die ontwikkeling heeft de sport niet onberoerd gelaten. Sport- en jeugdbeleid zijn desondanks twee betrekkelijk gescheiden circuits gebleven. Nu gemeenten op 1 januari 2015 de regie krijgen over het jeugdstelsel, lijkt de tijd rijp om gebruik te maken van de kansen en mogelijkheden die verenigingsport heeft.
De meeste statushouders die in de gemeente komen wonen, beschikken over een grote veerkracht. Ze zijn relatief jong en gemotiveerd om actief mee te doen in de Nederlandse samenleving. Wel is een aantal gezondheidsrisico’s bekend, zoals middelengebruik en een verhoogde kans op diabetes en andere chronische aandoeningen. Gezondheid van statushouders is geen vaststaand gegeven, maar positief te beïnvloeden door in te zetten op preventie in brede zin. Mensen snel wegwijs maken, voorlichting, vroegsignalering, laagdrempelige voorzieningen en goede zorg, helpen bij het behouden van een goede gezondheid. Ook het hebben van een zinvolle dagbesteding zoals werk, opleiding of andere vormen van participatie zijn van grote invloed op de gezondheid. Net zoals bij andere inwoners is aandacht voor een gezonde leefstijl eveneens van belang om gezondheidsklachten en gezondheidsachterstanden op (langere) termijn te voorkomen. Inzet op preventie kan zorg- en ondersteuningskosten, het beroep op de bijstand en andere gemeentelijke voorzieningen in deze zin verminderen. Gezondheid heeft bovenal een positieve invloed op de maatschappelijke participatie en integratie van statushouders. Veel gemeenten investeren dan ook in een gezonde leefstijl met het oog op vitale en actieve burgers.
Er zijn specifieke gezondheidsrisico’s bij vluchtelingen in Nederland. Hieronder wordt een aantal veelvoorkomende gezondheidsproblemen nader toegelicht. Ook wordt ingegaan op de verschillende leefstijlaspecten en gezondheidsvaardigheden die een rol spelen bij deze gezondheidsrisico’s. 2.1 Gezondheidsrisico’s en ziekte Overgewicht en obesitas Vluchtelingen hebben meer kans op overgewicht. Hierbij bestaat een directe relatie met ongezonde voedingsgewoonten, een slechte beheersing van de Nederlandse taal, het niet hebben van een zinvolle dagbesteding en inactiviteit. Het aantal mensen met obesitas in Syrië was voor het conflict hoger dan in Nederland: 23,5% versus 19,8%. In Eritrea komt overgewicht en obesitas niet veel voor, het aantal mensen dat daar last van heeft is aanzienlijk lager, namelijk 4,1%. Wel is deze groep gemiddeld lager opgeleid en dat geeft weer extra gezondheidsrisico’s. Bovendien bestaat het risico dat deze nieuwkomers de ongezonde aspecten van de westerse leefstijl overnemen. Hierdoor hebben zij meer kans op het ontwikkelen van overgewicht. Mensen met overgewicht en obesitas hebben een verhoogde kans op diabetes, hart- en vaatziekten of andere chronische aandoeningen.
Er zijn specifieke gezondheidsrisico’s bij vluchtelingen in Nederland. Hieronder wordt een aantal veelvoorkomende gezondheidsproblemen nader toegelicht. Ook wordt ingegaan op de verschillende leefstijlaspecten en gezondheidsvaardigheden die een rol spelen bij deze gezondheidsrisico’s.
Net zoals bij andere inwoners, bestaan er bij statushouders grote verschillen in leefstijl tussen groepen en individuen. Hieronder staat een aantal aandachtspunten rond leefstijl die wij kunnen benutten bij de ontwikkeling of uitvoering van (lokale) gezondheidsinterventies of -beleid. Voeding Bij de huidige grotere groepen statushouders in Nederland, zien we bij zowel de Eritreeërs als bij de Syriërs nogal eens ongezond en eenzijdig eten. Het belang van gevarieerd en gezond eten staat niet bij iedereen op het netvlies. Bij Eritreeërs zien we vaak veel eenzijdig en vitaminearm voedsel en daardoor een tekort aan essentiële voedingsstoffen. Veel van hen zijn niet goed op de hoogte van voedingsadviezen. Syriërs eten doorgaans veel vlees, vette en zoete producten. In Nederland is het kopen van gezonde voedingsproducten voor veel statushouders ook lastig, onder andere door de taalbarrière, onbekendheid met de voedingswaarde van producten en de bereidingswijze ervan. Ook kinderen stress kan leiden tot meer en ongezond eten.
Kinderen van Statushouders bewegen minder dan de gemiddelde Nederlanders kinderen. Onder eerdere vluchtelingengroepen was twee keer vaker sprake van onvoldoende (gezond) bewegen. Veelal is het sporten in clubverband een onbekend fenomeen voor hen. Voor veel statushouders kinderen is het ontwikkelen van een fysiek actieve leefstijl niet vanzelfsprekend. In Syrië, Iran en Irak wordt beduidend minder bewegingsonderwijs op scholen gegeven in vergelijking met Nederland. Hierdoor ontbreekt vaak de kennis waarom bewegen belangrijk is. Kinderen beginnen vaak met sporten, maar na een paar weken stopen ze. Enerzijds heeft dit te maken met dicipline, anderzijds met een vorm van ‘status’. Het is in deze landen niet gebruikelijk om te fietsen, hard te lopen op straat of te sporten in clubverband. Voor meisjes uit deze landen ligt het nog gevoeliger. Ook culturele regels kunnen het sporten belemmeren. In Eritrea is sporten of fietsen wel gebruikelijk. Populaire sporten zijn onder andere hardlopen, wielrennen en voetballen. Er wordt veelal wel onderling een partijtje voetbal gespeeld. Als men in Nederland komt wonen, kunnen onbekendheid met bepaalde beweegactiviteiten in de buurt en de kosten hiervan een belemmering zijn om daadwerkelijk met bewegen te beginnen.
Een deel van de statushouders ouders heeft, mede als gevolg van het lage opleidingsniveau, beperkte gezondheidsvaardigheden.
Binnen het deelakkoord ‘Inclusief sporten en bewegen’ van het Nationaal Sportakkoord gaat het erom dat iedereen in Nederland, ongeacht leeftijd, geslacht, inkomen of etnische achtergrond met plezier kan meedoen en zijn of haar eigen sportkeuzes kan maken.
De deelname van meisjes met een niet-westerse migratieachtergrond is relatief laag. Zo is 40 procent van de meisjes met een niet-westerse migratieachtergrond lid van een sportvereniging, tegenover 65 procent van de jongens met een niet-westerse migratieachtergrond en drie kwart van de jongens en meisjes zonder migratieachtergrond.
Dit factsheet brengt de factoren in kaart, die van invloed zijn op de sport- en beweegdeelname van statushouders tienermeiden.
Op basis van interviews met jongeren- en sportprofessionals werden vier factoren onderscheiden die van invloed zijn op de sport- en beweegdeelname van statushouders en nieuwkomers tienermeiden:
De resultaten kunnen ondersteunend zijn bij het formuleren van inclusief sport- en beweegbeleid gericht op het vergroten van de toegankelijkheid van sporten en bewegen voor tienermeiden met een niet-westerse migratieachtergrond.
Stichting AtlasBridges
Bankrekeningnummer: 53.04.82.568
IBAN: NL61ABNA0530482568
BIC: ABNANL2A
KvK 34228278